zondag 13 september 2015

complot (voor Nicole 60)


22 jaar geleden werd ik door een goede vriend gevraagd om ergens ten lande een wijngaard-die-in-bloei-stond uit de nood te helpen. De deurenkomedie ‘Stilte aub’ stond op stapel en een acteur was ernstig ziek geworden. Een week kreeg ik om er mee voor te zorgen dat het stuk alsnog in première kon gaan.
Op de eerste repetitie, in een ijskoud zaaltje waar een brullend warmtekanon aardig maar tevergeefs zijn best stond te doen om de boel wat op te warmen, maakte ik kennis met een hoop acteurs. Blij dat de regisseur een gek had gevonden, die op zo’n korte tijd een niet onaanzienlijke rol wilde instuderen, werd ik met wijd open armen ontvangen. Ik trachtte mij snel alle gezichten en namen in te prenten. Veel tijd was er niet. Bij de grijze muizen was dat moeilijk. Bij de meer remarquabele ging het vanzelf. Zoals bij ene Johan. Een kerel die een kin had welke de vergelijking met deze van Raymond van het Groenenwoud moeiteloos kon doorstaan. Zijn tronie staat nu nog haarfijn op mijn netvlies gebrand. 
Luce Plinke had dan weer een naam die je nooit kon vergeten. Het leek wel een pseudoniem, maar het was haar echte naam. Zo is me toch verteld. Bovendien had ze een stem waar je gyprocwanden mee sloopt. Blijf je onthouden.
Een andere opvallende figuur was Nicole. Een vrouw die de middelbare leeftijd naderde, maar ten opzichte van deze doorgeschoten rietstengel de schofthoogte had van een gemiddeld lagere-schoolmeisje. Zodra ik deze dame één woord had horen zeggen, wist ik: haar vergeet ik nooit meer. Ik diende wel nauw te luisteren, want haar stem droeg - weg van het podium - niet ver. Geluidsgolven dijen makkelijker uit in de breedte dan in de hoogte, heb ik toen ondervonden. De zwoelheid van haar stem, de afgemeten intonatie. Een beetje gewichtig, terwijl in haar blik iets samenzweerderigs school. Zelfs al meldde Nicole simpelweg dat ze die ochtend een boterham met kaas had gegeten, dan nog leek het alsof ze je betrok in een duister complot. Tot een samenzwering is het echter nooit gekomen. Jammer, want ik hou wel van wat intrige op z’n tijd.
20 jaar later. Op enkele toevallige ontmoetingen na, hadden Nicole en ik geen contact meer met elkaar gehad. We beschikten wel over elkaars telefoonnummer. Just in case. Op een avond rinkelde mijn gsm. De display meldde: Nicole. Ik nam op: “Hallo?” Aan de andere van de lijn bleef het even stil. Dan een adem. Wat gestommel. Uiteindelijk Nicoles stem, die me aarzelend, verward, maar onevenaarbaar zwoel in het oor hijgde: “Met wie spreek ik?” Ik rechtte mijn rug. Dan toch nog een complot? Ik antwoordde samenzweerderig: “Met degene die je net hebt opgebeld.” Zij: “Luc?” Ik: “Nee: Lou!” Weer even stilte. “Lou?” Verwarring. Een ademtocht, als van iemand die zijn laatste adem uitblaast. Wellicht een rookpluim van de eeuwige sigaret. Dan een licht dat opging. Traag. Als van een spaarlamp. “Oei… dan vrees ik dat ik een verkeerd nummer heb gedraaid. Luc en Lou staan vlak onder elkaar! Sorry.”
Enkele weken later identiek scenario. Dezelfde verwarring. Luc, Lou… Weer duurde het enkele seconden vooraleer de vergissing werd ingezien. Daarna nooit meer telefoon gehad van Nicole. Wellicht heeft ze me voor de zekerheid uit haar contactenlijst geschrapt. Wat gaan de mensen wel niet van je denken als je op weg bent om tram zes te halen, en je blunder na blunder begaat? Een voorbarige conclusie is gauw getrokken.
Onlangs: Luc, de echtgenoot van Nicole, die me contacteerde. Met het oog op een heuglijke feest. Voor haar zestigste verjaardag. Hij vroeg of mijn lieve vrouw Martine en ik aanwezig konden zijn. Dat kon. Graag zelfs! Eén voorwaarde: strikte geheimhouding was verreist! Geen woord over het feest aan Nicole! Mondje dicht! Krikkrak! 
Zo is het dus tóch nog tot een complot gekomen. Zij het niet met Nicole, maar met Luc. Mij goed. ‘Den Broes’ is een hele toffe kerel. Enkel jammer dat hij niet zo lekker in het oor hijgt!

Geen opmerkingen: