dinsdag 23 april 2013

Ik, Lodewijk de Vijftiende

Zelfs voor Vlamingen die er niet mee vertrouwd zijn, blijkt de familienaam waarmee ik reeds vierenvijftig jaar door het leven ga niet altijd een evidentie te zijn. Geluyckens! Hoe vaak overkomt het me niet dat men mij vraagt om de naam even te spellen. De schrijfwijze kan dan ook erg variabel zijn.
"U, igrec, cee, kaa, mijnheer."
Een makkie is het niet.
Eenvoudiger is het wanneer mijn naam gelezen moet worden. De meeste Vlamingen die verder dan de papschool zijn geraakt, weten immers drommels goed dat een U gevolgd door een Y uitgesproken dient te worden als UI. Niks moeilijks aan.
Erger is het gesteld wanneer ik bij onze Noorderburen vertoef, daar waar men drager is van de meest vreemdsoortige namen, als daar zijn 'Zoetemelk', 'Zuurbier', 'Hakbijl', 'Gruwel' of 'Maneschijn'.
Een voorbeeld van heel wat jaartjes geleden: bij naamafroeping in een bekende meubelzaak, waar we een nieuwe slaapkamer voor één van onze kinderen hadden gekocht, en we geduldig op onze beurt bij de afhaaldienst wachten, klonk plots een moeizaam gehakkeld woord door de luidspreker, waar ik pas na enkele lange seconden en heel wat haastig denkwerk ternauwernood mijn naam in herkende.
"Cheeluwijkens," klonk het luid en onduidelijk. Tja, waar halen die Vlamingen ook die rare namen vandaan, hoorde ik de jongeman achter de microfoon denken.
Uit de middeleeuwen, beste vriend!
Toch kan het nog erger, met name wanneer ik onze zuidergrens overtrek, daar waar ze de ui-klank nog niet hebben uitgevonden. Hoe leg je aan pakweg een Parijzenaar uit hoe hij die hoogst merkwaardige oer-Vlaamse naam uit zijn strot dient te persen? Na talloze vruchteloze pogingen heb ik er een alleraardigst trucje voor gevonden. Dien ik mijn naam in la douce France ten berde te brengen, dan doe ik dat op de meest Franse manier die men zich kan inbeelden. Ik zeg gewoon: "Je m'appelle 'Je, Louis quinze', monsieur."
Makkelijk zat!
Je kijkt vreemd op? Zeg het even luidop en schuif intussen met je vinger over mijn naam: 'Geluyckens'. Je zult het zien: het klopt als een bus!




(met dank aan mijn goede vriend Werner Lefebvre voor het werkelijk uitmuntende staatsieportret)

Geen opmerkingen: